Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Tegen [13]de herders was Mijn toorn ontstoken, en over [14]de bokken heb Ik [15]bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen [16]zal Zijn kudde bezoeken, het huis van Juda, en Hij zal hen [17]stellen, [18]gelijk het paard Zijner majesteit in den strijd. 13. Van welke in vs.2 gesproken wordt. 14. Dat is, regenten, of de rijken en geweldigen, gelijk Jes.14:9; Ezech.34:17; Dan.8:5. 15. Te weten, in mijn toorn. 16. Dat is, nadat Hij zijn volk zal gekastijd hebben, zo zal Hij hen toerusten als een schoon versierd paard; dat is, Hij zal hun hart en moed geven om hunne vijanden te kunnen wederstaan en te overwinnen. Dit, geesterlijkerwijze verstaan zijnde, betekent dat God zijne kerk begaaft en sterkt met de kracht van zijn Heilige Geest, dat zij den duivel en anderen hunne vijanden dapperen wederstand doen en onder hunne voeten treden kunnen; Rom.16:20. 17. Dat is, toerusten. 18. Dat is, als zijn heerlijk en versierd paard, op hetwelk Hij in den strijd of krijg zijn eigen persoon vertrouwt.